- windfinder - buienradar - windguru - weeronline - Taling genootschap - Blad Zeilen - marinetraffic - sudwestsails - skipsmaritiem - de Gouden Bal
Version: 1.0 (June 25, 2014)
20 Januari 2015 De Atlantische Oceaan (Mindelo, Kaap Verden) naar Trinidad Tjonge jonge, wat een ervaring rijker. Twintig dagen (bijna 3 weken) alleen maar water, water en water. Hoe vaak de vraag niet is gesteld of we het eng zouden vinden, of saai of juist mooi, kunnen we nu beantwoorden vanuit de ervaring. En ja, het kan eng zijn (hebben we gelukkig niet mee gemaakt) en ja, het kan saai zijn (hebben we wel mee gemaakt) en ja, het kan ook erg mooi zijn (hebben we zeker mee gemaakt). Hieronder een kort verslag vanuit de logboeken en dagboeken die bijgehouden zijn.
Voordat we uit Mindelo vertrokken, hadden we afgesproken met Jos en Majo van 'de Jonathan' om regelmatig via de ssb-radio contact met elkaar te houden (elke dag 16.00 u UTC op 8294). Daarnaast zouden we proberen via het Nederlands net contact te houden over de verschillende ontwikkelingen (elke dag 20.00 u UTC op 8294). De Jonathan zou op woensdag vertrekken en wij op dinsdag. De Jonathan had als reisdoel Frans Guiana (net onder Suriname) en wij Trinidad, een eiland dicht bij Venezuela en het meest zuidelijk Caribisch eiland. De routes zouden dan ook niet geheel gelijk lopen, maar voor het gevoel was het toch fijn om af en toe contact te hebben met elkaar. Op de ochtend van ons vertrek kwamen Ron en José van de Verleiding (met een mooie Breehorn) nog even langs en zij zijn zo ie zo al erg actief op het Nederlands net. Hun reisdoel was Suriname. Zo was er voor onderweg toch al weer een extra contactmogelijkheid. Zo kon de ssb-radio gebruikt worden voor het ontvangen van weerberichten, voor het versturen en ontvangen van e-mails en voor het mondeling contact houden onderweg met andere zeilers.
Nadat we een aantal dagen de weerberichten hadden gevolgd en de weersverwachtingen hadden besproken met diverse andere zeilers in Mindelo, was het voor ons duidelijk dat dinsdag 20 januari een goede dag was voor ons om te vertrekken; zowel Zygrib als Passageweather gaven voor de eerste 8 dagen geen al te harde wind aan, wind tussen de 10 en 20 knopen. De hoek van de wind zou eigenlijk altijd oostelijk zijn (kon iets meer of iets minder zijn). Dus tijd om te gaan. We hadden gehoopt te vertrekken om 13.00 u plaatselijke tijd, maar het havenkantoortje was natuurlijk weer dicht tot 15.00 u. We konden derhalve pas vertrekken om 15.00 u. Er zijn ook andere boten die zich voorbereiden voor de oversteek. We zwaaien Marc uit die richting Martinique gaat. Vlak voor ons vertrek hebben we afscheid genomen van de Fransen waarmee we een erg leuke tijd hebben gehad in Mindelo. Nog even zwaaien naar de Jonathan en weg waren we. Dag Kaap Verden. Here we come Trinidad. Bij het wegvaren van Mindelo kwamen we gelijk in het stuk terecht waar het hard waait (tussen de eilanden zijn altijd windacceleraties). Met de wind in de rug was dit echt wel top. Met een knoopje of 20 wind liepen we gelijk zo’n 6 tot 7 knopen en dat in de goede richting. Helaas duurde dit ook echt maar totdat we tussen de eilanden vandaan waren. De wind viel toen direct weg tot maximaal 15 knopen en dat vinden Taaltjes niet fijn. We hebben de eerste dagen dan ook flink gezocht naar plaatsen waar wind zou zijn om toch maar een beetje snelheid in de boot te krijgen. Hierdoor zijn we de eerste dag verder naar noordwest gevaren om dan weer een flinke slag zuidelijk te maken. Dit was dan ook niet leuk, je ziet weinig vooruitgang in de goede richting en je bent erg bezig met het zoeken naar de juiste zeilvoering. Na een dag of vier hadden we het eindelijk redelijk onder controle en gingen we de goede kant uit met een redelijke snelheid; zeilvoering was altijd vlinderen. Voor alleen het voorzeil was er te weinig wind, dus het grootzeil was ook nodig. Dat betekent ook altijd de bulletalie plaatsen en dat betekent ook bij elke keer wisselen van de zeilen de boom omzetten en de bulletalie omzetten. Best een gedoe allemaal, zeker ook omdat de wind veelal in de nacht iedere keer veranderde. Dus ’s nachts naar voren toe om de boom om te zetten, betekende dus ook altijd de discipline om dit aangelijnd te doen en omdat het zicht ook niet al te best is ’s nachts voor de stuurvrouw altijd direct goed meesturen. Als er al angstige momenten waren, dan zouden dat deze momenten zijn. Maar al met al wordt dit na een aantal keren een redelijke routine. Een beetje pech was dat bij de eerste keer ’s nachts de boom wisselen een borgpen uit de bek van de spinnakerboom was gevallen. Deze moesten we daarna fixeren aan de ring op de mast en konden deze er bij veranderingen in koers dan niet meer gemakkelijk uit halen. Voor de rest van de reis heeft dit echter niet tot grote problemen geleid. Enkel de routine om de boom tegen de mast aan omhoog te schuiven, moest even goed geoefend worden. En dan gaat er natuurlijk nog iets niet goed met de boom. Bij het naar beneden schuiven van de boom aan de mast kon de boom op een gegeven moment niet laag genoeg komen. Bleek dat er een bout los gekomen was van de boomrail aan de mast. Zodoende is Ilse ’s ochtends vroeg de mast in gegaan om het euvel te verhelpen. Dan is het mooi om een paar dappere vrouwen aan boord te hebben!
Ondertussen werd er dagelijks geprobeerd om contact te leggen met de Jonathan en het Nederlands netje. Vanwege meteorologische omstandigheden ging dat de ene keer beter dan de andere. Dat gold trouwens ook voor het inlezen van de weerberichten via Sailmail. Het contactmoment met de Jonathan om 16.00 u UTC hebben we op en gegeven moment ook maar gestopt en toen zijn we over gestapt op enkel het contactmoment tijdens het Nederlands net. Erg leuk om te horen hoe het andere Nederlandse vergaat op de Atlantische oceaan, met welk weer hebben zij te maken, welke zeilvoering doen zij, andere bijzonderheden zoals zeewier dat overal tussen en in gaat zitten en natuurlijk hoe het was met de golven en deining. Voor ons betekende de zeewier dat we de windvaan niet altijd konden gebruiken, omdat deze continu vol ging zitten en daardoor niet meer goed kon sturen. Van de andere boten (via ssb) hoorden we dat ze ook problemen hadden met de planten in het water. Ze gaan echt overal in zitten. Niet fijn. Gelukkig konden we dan overschakelen op de stuurautomaat. Het jammere van de stuurautomaat (We hebben hem Astrix genoemd) is dat deze stroom verbruikt (wel weinig) en nogal lawaai maakt. Uiteindelijk hebben we de stuurautomaat zo’n 6 dagen gebruikt en de windvaan (Obelix, zij hebben natuurlijk ook de oversteek succesvol gemaakt) de overige tijd. Het zeewier was ook onder aan de romp in de snelheidsmeter gaan zitten, waardoor we geen snelheid meer konden aflezen op de snelheids/logmeter. Na wat proberen, hebben we met een lijn, waaraan bevestigd een handdoek, onder de boot door dit kunnen verwijderen, waarna de snelheidsmeter het weer gewoon deed. De snelheidsmeter is wel handig, omdat we de plotter alleen maar zo’n 4 a 5 keer per dag aanzette om de positie te kunnen bepalen en te noteren in het logboek . Na een week begon de sleur al een beetje, Ilse deed de shifts van 7 tot 10 u ’s avonds, Nina van 10 tot 1 u ’s nachts en Leon van 1 tot 6 u ’s nachts, waarna Ilse het weer overnam en iedereen overdag om de beurt (niet gepland) de bewaking overnam. Telkens maar kijken of er iets is te zien (of overdag is te doen), Ilse heeft zo een vallende ster gezien, ja ja, Leon heeft zo een squall voorbij zien trekken en Nina heeft het meest proberen vissen te vangen (geen succes verhaal). Boten hebben we voor 1500 mijl helemaal niet gezien. Het totale niets. De tijd bestaat hier niet meer. Je kan dus 3 weken er niet zijn. Gewoon weg. Geen informatie van de buitenwereld. Je gaat denken aan een omgekeerde Fatamorgana. Alleen maar water of is het een droom. Is er wel land. Je hebt tijd voor hersenspinsels. En goede gedachten. Tussen 7 en 8 u ’s ochtends maakte Leon altijd een status op van de positie, tekende deze op in de overzeilkaart en verwerkte de gegevens in een overzicht om de voortgang naar Trinidad te bewaken. Dus ook wanneer de klok verzet moet worden. Telkens een uurtje eerder. En dat dus 3 keer. Elke 15 graden westelijker. Zo was dagelijks bekend hoe ver we nog moesten varen en welke koers er gevaren zou moeten worden. De zeilvoering bleek telkens weer vlinderen te zijn, waarbij we wel de zeilen regelmatig moesten wisselen van boeg en moesten reven en ontreven. In eerste instantie hielden we aan om ’s nachts altijd met twee reven te varen en een ingedraaide genua, maar na de zoveelste dag met wind die nog geen 15 knopen haalt, zijn we hier op een gegeven moment van afgestapt en zijn we met grotere zeilen de nacht in gegaan. Hierbij wel de afspraak dat als het harder mocht gaan waaien, iedereen gelijk paraat moest zijn om mee te helpen de zeilen kleiner te maken. Na een week wisten we gelukkig dat we op vrijdag 30 januari op de helft zouden zijn van het aantal te varen mijlen. Dit geeft de burger dan even weer wat moed. Een klein feestje met een glaasje champagne (Femke en Erik) en wat lekkers, waarna de routine weer verder gaat, maar dan met het verschil dat het aftellen kon beginnen! Hiervoor zijn aftelblaadjes gemaakt, die we dagelijks konden verwijderen. Een ander hoogtepunt was het contact met het vaste land. Even bellen naar de familie. Via de satelliet telefoon bellen om te laten weten dat alles goed gaat. Heel fijn dat het tegenwoordig mogelijk is. En toen, ja toen kwam op het juiste moment eindelijk meer wind, jawel zo’n 20 knopen. Dit voelde top. De boot ging lekker hard varen, we hebben zelfs gereefd tot het derde rif en iedereen was erg blij. Dat was zeilen zoals we het ons hadden voorgesteld en gelukkig heeft deze periode ook behoorlijk lang geduurd. Zelfs zolang dat we op een gegeven moment de hoop hadden om al op zondag 8 februari aan te komen in Trinidad. Maar als je zo iets gaat hopen, gebeurt natuurlijk het onvermijdelijke, de wind viel weer terug en nog verder terug dan 10 knopen. Ook al was dit niet voorspeld volgens onze binnengehaalde weerberichten. De werkelijkheid was er en die was hard. Ga je op een gegeven moment nog maar 3 knopen, dat is 3 mijl per uur en dat voor nog wel een kleine vijfhonderd mijl! Dat betekent frustratie op de boot. Hoe kun je hier nu mee omgaan, al die oneerlijkheid. Maar dan moet je ook wel weer beseffen dat je eigenlijk met iets heel moois bezig bent en dat je er straks alleen maar aan terug kunt denken, terwijl je het nu moet beleven. Best wel tegenstrijdig. De dagelijkse statistieken gingen ons toch wel zorgen baren. Niet voor het eten of drinken, want dat was genoeg aan boord. Elke dag verse groente is toch wel knap voor twintig dagen. Op een dag of drie na was er dagelijks vers fruit en zelfs brood hebben we tot net voor het binnenlopen van Trinidad kunnen eten. En water was er ruim voldoende over. Echt geweldig! Desalniettemin vonden we dat de voortgang tegen ging zitten, alle zeilen bijzetten hielp niet. Zelfs de gennaker liep niet lekker. Heel onrustig. Een boot zonder snelheid gaat te veel schommelen en bij enige vermoeidheid is dat geen fijn gevoel en ook nog eens dat je weet dat het eigenlijk zo ver niet meer is. Bij het dagelijkse scheepsberaad hadden we dan ook besloten om ’s nachts de motor bij te zetten om in ieder geval een 50 a 60 mijl per dag zeker te stellen plus de mijlen die we dan overdag nog zouden kunnen doen (20 a 30). Zo gezegd, zo gedaan. Bij de eerste nacht liep het al gelijk anders. De boot haalde ’s nachts de gewenste snelheid niet, hij haalde slechts 3 ½ knoop. Dus dat werd ’s ochtends weer een operatie. Als er geen oplossing zou komen, dan zou de aankomst in Trinidad zeker een dag later worden, en dat was wederom niet goed voor de moraal. Er moest dus iets gedaan worden. Nina wilde in de oceaan gaan zwemmen. Dit was haar kans. Jump... het water in om te kijken of er iets in de schroef of zo zat. Ze heeft wat wier van achter het schroefblad verwijderd. En ze heeft erg genoten van de zwempartij. Tot op vandaag weten we niet zeker of het wier de vertraging veroorzaakt heeft of dat er gewoon veel stroming tegen stond. Feit is dat we een dag later een tegenovergesteld effect hadden. In een keer liepen we ’s nachts met de motor bij 6 knopen, waardoor aankomst op maandag 9 februari weer mogelijk was. De teleurstelling van een dag eerder draaide om in bijna een feeststemming. We gaan aankomen op maandag 9 februari! Dus tijd voor een nieuwe vlag. Wat een mooie prestatie; 2200 mijl in 20 dagen!!! Alle dagen is gezeild. En in totaliteit heeft de motor ca. 45 uur bijgestaan om de weinige wind te compenseren (tevens accu’s goed op te laden). Echt fantastisch om mee te mogen maken. Als je heeeeel goed kijkt zie je land. Prachtig om eindelijk na 19 dagen land te zien. Tobago. En in de ochtend zien we....Trinidad.Na twintig dagen weer de stootwillen ophangen. Ik zou bijna niet meer weten hoe ik het moet doen. Bijna dan. Als we tussen de eilanden doorvaren, met een verrassende stroming, komen de dolfijnen ons verwelkomen. Ze zwemmen naast de boot af en springen omhoog. Als we doorvaren zien we een totale andere wereld dan 3 weken geleden. Kaap Verden waren vooral erg droog. Woestijnzand overal. Nu een groene oase. De bergen zijn groen. Overal vogels; van pelikanen tot enorme roofvogels. Een levende natuur. Huisjes duiken optussen de bomen. Echt prachtig. Mensen op kleine bootjes varen hier rond en zwaaien je tegemoet. Nadat we laveren tussen alle boten die voor anker liggen bereiken we de havens. Het is even zoeken waar we ons moeten melden. Maar voordat we vast liggen komt Fast Freddy er al aan. Deze Amerikaan springt uit zijn dingy en pakt onze lijnen aan. Binnen no time hebben we meer informatie dan we nodig hadden. Bij Customs en Immigration weten ze al dat we eraan komen. Fast Freddy heeft het allemaal al voor elkaar. Ook laat hij ons weten dat hij in een andere haven al een plekje voor ons heeft kunnen regelen. Want in deze haven zit alles al vol omdat het bijna carnalval is natuurlijk.
Toen we van de boot afstapten om ons te melden bij Customs en Immigration hadden we minstens verwacht dat we direct om zouden vallen, omdat we de schommelingen van de boot nog in onze benen zouden zitten. Dat viel heel erg mee. De trap op was een uitdaging. Maar daarna ging het eigenlijk prima. Maar misschien komt dat nog wel. Na een uurtje waren alle formaliteiten al afgehandeld. Erg snel. Al met al een onvergetelijke tocht. Nu willen we ons back-up team bedanken. Trudie, Luc, Sacha, Moeder Leon en de ouders van Nina. Bedankt.Onze tocht is nog niet ten einde. Dus blijf nog even stand-by. Helaas hoorden we bij aankomst dat ome Wiel (oom van Leon) is overleden op de dag dat wij aan zijn gekomen. Zo is er een hoop vreugde voor het aankomen in Trinidad en zo is er ook direct dit trieste bericht, waardoor je beseft dat je het in het leven niet altijd voor het zeggen hebt. Wij willen de familie en vrienden erg veel sterkte wensen de komende periode. Onze gedachten zullen zeker ook bij jullie zijn. Terug naar Februari Trinidad Top